zaterdag, juli 18, 2009

Eén gek: het kogeltje van Oscar Freire


Daar was die term weer: één gek. Gisteravond in de Avondetappe, het programma waarin Mart Smeets op geruststellende wijze vanuit een kerk of een wijnlandgoed de Tour-eindjes aan elkaar knoopt. “Het moet niet heel veel gekker worden in deze Ronde van Frankrijk”, zegt Mart. Wielrenner Oscar Freire is geraakt door een luchtbuks. Een klein kogeltje belandde in zijn been. “Zestig centimeter hoger, en je schiet hem voor zijn kop”, zegt Mart verontwaardigd. De verslaggever die het interview mag doen met ploegarts Van Bommel (met dat lullige metalen balletje in zijn hand) denkt ook verder: “Nu is het nog een luchtbuks!”

Mart Smeets stelt zijn gasten liever geen vragen. Hij weet immers al wat ze vinden. En dus poneert hij liever een stelling. “We zitten hier in een prachtig gebied, waar Pinot Gris en Riesling gemaakt wordt. Dát is de Tour de France. Tenminste, dat is het idee dat ú er van heeft. Daar hoort niet in geschoten te worden. Toch, Jet Bussemaker? Waar zijn we nu mee bezig!” De staatssecretaris – Jet voor Mart – pikt de hint moeiteloos op. Ze legt zonder dralen de link met 30 april, óns volksfeest dat verpest werd door… ehm. Even aarzelt ze bij het woord, maar Smeets vult gretig aan: één gek. Een soort schutter in een Suzuki.

Er zijn landen waar ze elke dag met meer dan één gek te maken hebben. Waar politiek radicale organisaties mensen inschakelen om zichzelf op te offeren voor de goede zaak. Dat gaat niet zo, bij ons. Hoe hard sommige mensen ook waarschuwen dat Nederland op een dag ook een soort Afghanistan zal zijn, in de praktijk is het bij ons altijd één individu. En niet elke week, maar eens in de zoveel tijd. Volkert, Karst. Zelfs Mohammed, die weliswaar slechte vrienden had, maar die in zijn eentje het mes in Theo van Gogh zette.

Van de week had ik een interview met zangeres Anouk. Ik vroeg haar naar die vreemde blik in haar ogen op Pinkpop. Iets tussen blijdschap en wantrouwen in. Dat had ik goed gezien, zei ze. Ook zij was wel eens bang als ze op het podium stond. Je staat daar voor een enorme mensenmassa, en er hoeft maar één gek tussen te staan. Waanbeelden? Niet helemaal. De kans dat die ene mafketel (altijd mannelijk) het op jouw gemunt heeft is klein, maar neemt exponentieel toe als je bekend bent. Je bent pas een echte ster als je ooit gestalkt bent. Anouk mag dat vinkje achter haar naam zetten.

De dag na Koninginnedag gaf Joost Zwagerman college in De Wereld Draait Door. De uitzending verliep tot dat moment langs de Mart Smeets lijn. Hoe kan Koninginnedag ooit nog hetzelfde zijn. Nee, dit is niet te beveiligen. Zwagerman deed een poging een diepere laag aan te brengen. Zo’n actie als deze had niets te maken met Volkert of Mohammed, maar het de media. De media die zo’n gek een platform geven om in één klap voor een miljoenenpubliek iets wezenlijks te doen en zo een eind te maken aan de miserabele leegheid van zijn bestaan.

Boeiende gedachte, die de de link tussen 30 april en 17 juli wel weer begrijpelijk maakt. “De kracht van de Tour is dat iedereen erbij kan zijn. Hele families zie je langs de kant”, zegt Bussemaker. Het is een sociaal, groot feest voor Frankrijk, beaamt Mart. Een perfecte wereld, met helden en verliezers, waarin gestreden wordt binnen de lijntjes. Althans, dat blijven we onszelf voorhouden. Sport, muziek, het koningshuis, het zijn kunstmatige werelden die we perfect in beeld kunnen brengen en uitvergroten. Dat uitvergroten, laat dat maar aan Mart over. En we zijn het er – met zijn allen – over eens dat die dingen moeten gaan zoals ze moeten gaan. Het zijn onze rituelen, een dans, een spel, en dat vinden we mooi. Mag ik dat zeggen? Ja, dat mag ik zeggen.

Wie zal daar in de berm in Frankrijk met die luchtbuks gestaan hebben? Een boze gek die met drie schoten een gat wilde schieten in die illusie? Of gewoon een verveelde tiener, die normaal gesproken konijntjes in hun kont schiet en nu een wielerpeloton op zijn pad vond? Meest boeiend aan het item is nog wel de reactie van wielrenner Freire zelf, die breed lachend voor de camera tot drie keer toe het voorval relativeert. “Het stelde niet zoveel voor”, is het eerste wat hij zegt. Even later: “Natuurlijk ben ik wel eens bang in het peloton. Er gebeurt van alles. Gisteren is nog iemand op een hond gereden.” Een hond, een ravijn, de Tourmalet: zo’n luchtbuks kan er ook nog wel bij. Het grappigste komt aan het slot. “Nee, het is natuurlijk niet leuk, maar het was niet de eerste keer. Toen ik een jaar of 16 was ben ik ook al eens beschoten.”

1 opmerking:

Anoniem zei
Deze reactie is verwijderd door een blogbeheerder.