dinsdag, juni 28, 2011

Videotheek



Ik was laatst in een videotheek, voor het eerst in tijden. Er moest een boete betaald worden. Twee dagen, tien euro. Where the Wild Things Are, dat was de film, niet onaardig. Ik dacht nog: dat doe ik wel de eerstvolgende keer dat ik een film huur. Lees: over twee jaar. Maar zo makkelijk kwam ik er niet vanaf. Nee, de videotheek schakelde keihard een incassobureau in. Rekening: 56 euro. Er zat niets anders op dan linea recta naar die zaak, en net doen alsof ik me van geen brief bewust was.

De twee jonge mannen die de zaak runnen, zijn nauwelijks te zien. Hun balie staat vol met bakken popcorn, powerdrink en telefoonkaarten. Een klein deel is nog vrij. Een man voor me slingert er nonchalant twee dvd dozen neer. Deze winkel heeft nog minder met liefde te maken dan de lak en leder sekswinkel hiernaast, denk ik. Die winkel met een half verkleurde op-eet-string in de etalage, onder die flikkerende paarse TL.

Ik denk dat ze het weten, want hij zegt dat de boete veertien euro is. Vooruit, die vier euro krijg je van me, vriend. Zo ben ik dan ook wel weer. Ik kan niet pinnen, want het apparaat is stuk. Maar aan de overkant zit een pinautomaat, dus als ik daar even heen wil lopen, komt alles goed. Ik loop naar de deur, snuif die geur van oud tapijt nog eens goed in me op, werp een blik op de kast met heetste films, en zie vooral sequels op kale planken.

Wat was de glorietijd van de videotheek? De jaren tachtig? Later? In de tijd dat Amazon je films nog niet voor een tientje op de deurmat bezorgde. Toen we ons nog niet realiseerden dat we een film gewoon rechtstreeks op de computer wilden bekijken, in plaats van er de deur voor uit te gaan. De laatste klanten zullen het straks nog missen, deze tent. De enige plek waar je na achten nog een pakje peuken kunt halen. Ook goede videotheken sluiten dezer dagen. Dat wil zeggen: ik weet niet of De Cultvideotheek in Amsterdam een goede tent is, maar met zo'n naam moet het haast wel. In Utrecht hebben we ook een goede videotheek, maar ook daar ben ik nog nooit geweest. Misschien zit hij er al jaren niet meer, dat zou zomaar kunnen. Het is zuur voor die mensen, maar ook wel logisch. Een film huren bij een videotheek, dat is zoiets als geld overmaken met een giro betaalkaart en door de regen naar de brievenbus lopen. Het is als naar het platteland fietsen voor een pak melk.

Er zitten rare winkels op het rijtje van mijn videotheek. Verderop, voorbij de witte kunstlederen bankenzaak, voorbij de Chinees, zit een lunchzaak die rond het middaguur altijd gesloten is. Even verderop zit een printer cartridge hervul centre. En er is een klein, donker zaakje dat zich specialiseert in Griekse specialiteiten. Wijnbladeren, kalenders, fĂȘta. Zelfs die bedrijven lijken me meer levensvatbaar dan een videotheek. Ik leg mijn verse twintig euro op de toonbank en incasseer een valse knipoog als ik om een bonnetje vraag. Als ik naar de uitgang loop ruik ik opnieuw die geur van oud tapijt. Een kartonnen Vin Diesel grinnikt me na. Ik knipoog terug en lach het laatst.