maandag, september 20, 2010

Anil Ramdas en Menno ter Braak: De intellectueel vs de verachtelijke massa


De intellectueel heeft het zwaar. De weldenkende expert, die nadenkt voor hij iets zegt. Hij heeft vaker gelijk dan anderen, maar niemand luistert naar hem. De man met de feilloze, verfijnde smaak, de man die nooit anderen zal uitsluiten op basis van ras of seksuele voorkeur. Dat is wat publicist Anil Ramdas ons duidelijk probeert te maken in twee vlammende stukken (hier en hier). De schuldige: rechts. Of beter: de PVV. Ramdas zet met een paar pennenstreken 1,5 miljoen Wilders-aanhangers neer als white trash, mensen zonder principes en zonder moraal.

Die stukken zijn met weergaloze polemiek bestreden door Joost Zwagerman. Ouderwets, op een Hermansiaanse manier, merkte iemand op. Niet in een literair tijdschrift, maar gewoon in de comments op internet. Als Zwagerman Hermans is, dan is Ramdas hier Menno ter Braak, een van de leidende literatoren en intellectuelen van de jaren dertig. Een man wiens schrijfsels mij mateloos irriteerden toen ik ze las. Ter Braak was de snob der snobs, het type intellectueel dat ik zwoer nooit te worden. Maar met terugwerkende kracht moet ik hem meer credit geven. Ter Braak kon er niets aan doen. Hij rekende af met een tijdsbeeld.

Voor Ter Braak was het doodnormaal dat er een intellectuele elite was, een klein groepje hoog opgeleiden dat vanzelfsprekend autoriteit was. Maar gaandeweg veranderde dat, met dank aan de industriële revolutie. Ter Braak zegt daarover in Politicus Zonder Partij (1937): "Vroeger gaf het mij een aangenaam gevoel bij een voetbalmatch of een bioscoopvoorstelling als intellectueel onder een ‘massa’ aanwezig te zijn; door die ‘massa’ tegenover mij te weten (hetgeen ongeveer, zij het dan ook niet precies, wil zeggen: door die ‘massa’ te verachten) gaf ik mijn intellectualiteit een voordelige achtergrond van plebejischedomheid, die mij in mijn trots niet weinig versterkte. Ik was zozeer intellectueel, dat het mij mogelijk was mij buiten en zelfs boven de ‘massa’ te stellen en haar aanwezigheid uitsluitend te interpreteren te mijnen gunste."

Heerlijk, zelfbevestiging door jezelf te confronteren met het volk. Maar zoals gezegd, er veranderde iets. "Nu die ‘massa’ geen stomme figurant meer is, maar na een eeuw socialisme en fascisme in alle cultuuraangelegenheden is gemengd, is de benauwing, die zij veroorzaakt, een symptoom, dat mij veel meer in beslag neemt dan de au fond zo aangename verachting van weleer. Men beseft voor het front der ‘massa’ afschuwelijk duidelijk, in welk fictiemuseum de intellectuelen hebben geleefd, en hoe deze ganse cultuur van arabesken, die wij ‘de Europese cultuur’ noemen, met het gros der inboorlingen van Europa niet veel meer te maken heeft dan met de negers, die de brandewijn, en de Japanners, die de bolhoeden van onze beschaving hebben overgenomen."

De intellectueel gebruikte de massa als voetstuk, zegt Ter Braak. "Een voetstuk dat hem in staat stelt zijn hoofd in denkbeeldige wolken te steken". Wat een openlijke arrogantie, waar na de oorlog korte metten mee gemaakt werd. Feit is dat er voor de intellectuelen een hoop veranderde. Ja, het was crisis in de jaren dertig, maar tegelijkertijd kon jan met de pet zich een stuk meer veroorloven dan een paar decennia eerder. Hij had vrije tijd, had eigen politieke partijen, hij begon zelfs een mening te krijgen.

Ook nu maken we een democratiseringsslag mee, dankzij het internet. Dat is een revolutie die minstens de omvang heeft van de industriële. Het internet geeft opnieuw mensen een stem die tot nu toe netjes buiten de deur gehouden werden. Anil Ramdas spuugt op de nieuwe stemmen die hij hoort. Hij noemt ze Tokkies. Het zijn mensen zonder smaak, het vuil der aarde. Maar het ergste is volgens Ramdas nog dat het tot verderfelijke ideologieën leidt als die van Wilders. Daar vinden Ramdas en Ter Braak elkaar. Die zag een oorzakelijk verband tussen de opkomst van de massa en de toenemende populariteit van het communisme en - erger - het nationaal-socialisme. Bewegingen die groeiden door grote hoeveelheden arbeiders op te slokken.

De onderklasse van nu is volgens Ramdas niet per se arm. White trash kan ook in een villa in Het Gooi wonen. Zijn observatie dat Nederland gonst van geschreeuw en slechte smaak klopt wel, maar het is een misvatting dat dat een op een gelijk loopt met de opkomst van de PVV. Iedereen maakt zich tegenwoordig schuldig aan wansmaak. Links en rechts, publiek en commercieel. Bij BNN zie je seksexperimenten met jongeren, bij Paul de Leeuw trekt onder onophoudelijk schaterlachen een bonte stoet kolder langs. En sommige van de meest intelligente en weldenkende mensen die ik ken, kijken graag naar Oh Oh Cherso.

Rechtse mensen delen onophoudelijk steken onder water uit aan de 'linkse kerk', die decennia lang de media gedomineerd heeft. Ze beginnen tot vervelens toe over 'ons belastinggeld' en spugen op het linkse alleenrecht op goede smaak. Het nieuwe programma Pownews is daar het beste voorbeeld van. Heel bewust probeert de zelfverklaarde rebellenclub de Publieke Omroep te overspoelen met wansmaak. Een item van vier minuten over de bruiloft van Dries Roelvink, tot twee keer toe een reportage over een naaktlopende woningverhuurder. Gewoon omdat het kan. En dan lekker demonstratief de vernietigende kritieken op Twitter voorlezen in de uitzending. Linkse mensen op hun beurt laten zich steeds weer verleiden tot smakeloze vergelijkingen met nazi-Duitsland, van die stellingen die altijd in je eigen gezicht ontploffen. En dan zijn er dus mensen als Ramdas, die deze ontwikkeling weliswaar terecht signaleren, maar er volstrekt contra-productief op reageren.

Moeten we net zo cultuurpessimistisch zijn als Ter Braak in het interbellum? Stevenen we af op het failliet van onze waardigheid, of zelfs nog erger? Eerlijk? Ik ben optimistisch. Al valt aan een WOII-vergelijking even niet te ontkomen: Ter Braak kreeg uiteindelijk gelijk, al heeft hij zelf niet eens meegemaakt HOE gelijk. Hij wenste het niet af te wachten. Op 15 mei 1940, vijf dagen na de capitulatie, pleegde hij zelfmoord. Laten we hopen dat het met Ramdas nooit zover komt.

zaterdag, september 18, 2010

The art of webcam sex



"Give me just a second, baby", zegt ze. "Just a second." Ze neemt twee korte hijsen van haar sigaret, kijkt een keer achterom en trekt haar bh'tje recht, om het vervolgens meteen maar uit te trekken. Ze heeft golvend, donker haar, en een brillenhoofd. Het nachtkastje waar het montuurtje en de asbak op liggen, staat vermoedelijk net buiten beeld. Echt knap is ze niet, lelijk ook niet. Ze neemt snel nog een trekje en legt dan de sigaret echt weg. Dan plaatst ze haar hand naar achteren, op het broekje van de man achter haar en zegt ze tegen de camera: "Hey baby".

Zo gaat dat, in de negen vierkante meter slaapkamer van dit anonieme koppel. Iedereen moet natuurlijk zelf weten wat hij met zijn webcam doet, maar deze twee zien eruit alsof ze er noch rijk noch gelukkig van worden. Er hangen smoezelige gordijntjes en er staat een nogal vormloze schemerlamp. Zou het echt zo slecht verdienen? Of zouden mannen die van webcamsex houden zich automatisch ook thuisvoelen in minimalistische Oostblok interieurs?

Hoe lang zullen ze hebben moeten wachten? Is het aanpezen en moet je zes keer op een avond of zit je de helft van de avond voor jan joker in je ondergoed te wachten tot eindelijk die zoemer gaat? Om dan vervolgens een trekkende man op het scherm te zien verschijnen, die je vraagt je kontje richting camera te draaien? Het zijn misschien een beetje veel vragen ineen, maar ik ben dan ook nog nooit op het idee gekomen om voor twee euro per minuut een privé chat in te duiken. Echt niet. "Do you like it baby?", vraagt de dame aan de camera, terwijl ze haar tong zachtjes over de pik laat glijden.

Eerlijk gezegd vind ik het een beetje tegenvallen. Of toepasselijker: ik vind het nogal onbevredigend. En niet omdat het feestje voor het hoogtepunt afgebroken wordt. Mij was voorspeld dat kunstenaar Constant Dullaart de webcammeisjes live ging verleiden om een stukje Shakespeare voor te dragen in plaats van hun tieten te masseren. We zijn op het Incubate festival in Tilburg, en daar reflecteert men graag op het internettijdperk. Het moet een hele mindfuck voor ze zijn, een scène uit Romeo & Juliet, en dat is dan weer kunst. Ik probeerde me al voor te stellen hoe dat zou gaan. Of ze het graag zouden doen, of dat ze het gevoel zouden hebben in de maling genomen te worden.

Er kwam helaas geen Shakespeare aan te pas. Wel zwaaide Dullaart zachtjes met een dvd-logo, precies zoals de screensaver van mijn speler thuis. Wat hij daar mee bedoelde, ontging me eerlijk gezegd. We hebben met een zaal vol toeschouwers naar de seksende stelletjes gezwaaid. Dat was ook heel vervreemdend voor ze. En toen was het klaar, na drie privé sessies, waarbij het een keer zelfs tot penetratie kwam. Dat was het dan, kunst met webcamsex. En toch, achteraf vond ik het toch een stuk fascinerender dan op het moment zelf.

Ik dacht na afloop steeds aan die man, die vanaf het begin door had dat er iets niet pluis was. Zij twijfelde ook, dat merkte je. "What's that dvd logo about, are you gonna record it?", vroeg ze nog. Je zag haar aarzelen, maar ze besloot toch maar te doen wat de meeste klanten willen. Terwijl ze zich routineus - of is het ongeïnteresseerd? - over haar man heen liet zakken, bewoog die zijn hand al naar de knop. Ik moest ineens denken aan al die digitale luikjes waarachter twee of zelfs drie mensen in tochtige ruimtes liggen te wachten tot de gong gaat en ze hun kunstje mogen doen. In een constante staat van gekunstelde semi-opgewondenheid. Daar zwaaiend en lachend tussen veertig festivalbezoekers kon ik maar een ding denken: wat een onmetelijke tragiek.

De performance Webcam Girls van Constant Dullaart was vrijdag 17-09-2010 te zien op het Incubate Festival in Tilburg.

woensdag, september 15, 2010

Piraterij: sinaasappels want to be free



Een van de meest legendarische Lowlands-momenten: het sinaasappelgevecht. Honderden festivalgangers zijn meer dan een uur met elkaar in gevecht geweest met sinaasappelschillen. Naar verluidt heeft de jongen van de verse jus met de handen in het haar gestaan toen zijn karretje omviel en de sinaasappels over de grond rolden. Ik probeer me altijd het gezicht van die jongen voor te stellen. Ik was er niet bij, dus het kan ook zomaar een mythe zijn, maar het is hoe dan ook een verhaal dat tot de verbeelding spreekt. Minstens zo veel als de legendarische optredens van pak hem beet Arcade Fire en Underworld hoort dit soort verhalen bij de identiteit van het festival.

Ik heb wel ooit een klein, vergelijkbaar incident meegemaakt. Wel een stuk minder romantisch: een medewerker van het festival moest een stukje over het terrein met een emmer muntjes, maar struikelde. Honderden muntjes vielen op het gras. Wat je dan ziet, is ontluisterend. Als een troep leeuwen die zonder medelijden de aanval inzet op een gnoe-kalfje dat buiten de groep geraakt is, duikt men erop. De muntjes liggen daar, dus ze zijn publiek bezit.

De firma TopNotch, hiphoplabel, verkoopt sinds kort piratenshirts. Piratenpartij merchandise, noemde labelbaas Kees de Koning het op Twitter. Onder het motto: als zij onze spullen gratis weggeven, mogen wij hun spullen verkopen. Knipoog. Nog een verwijzing naar piraterij deze week, door DJ Shadow. Hij gaf twee tracks gratis weg op zijn website, en drukte zijn fans via zijn mailing op het hart: "Don't delay, because they're only available at no-cost for 24 hours. After that, it's back to our old-school, money-grubbing, art-in-exchange-for-commerce ways. Sound fair? GO GET 'EM!" Iets weggeven is natuurlijk vriendelijk, maar iets fysieks weggeven is nog veel sympathieker: de dj verstopte ook een aantal vinyl-singles met de twee tracks in platenzaken. "Het omgekeerde van winkeldiefstal", vertelt hij aan NME.

Oftewel: jongens, ik speel het spel mee, geef me er alsjeblieft iets voor terug. Betaal voor mijn muziek. DJ Shadow is er nogal mee bezig. Begin dit jaar hield hij een flinke tirade tegen muziekliefhebbers die vinden dat alles maar gratis moet zijn. "If $9.99 is too much to spend for one of my albums, so be it, your choice", schreef hij. "But if you’re holding your breath, waiting for me to boost my cool-quotient by giving my music away for free, it’s not going to happen. The fact is that I feel my music has value. You may disagree, and that’s fine. But I know how much energy I put into what I do, and how long it takes me to make something I’m satisfied with. Giving that away just feels wrong to me."

Daar moet je mee oppassen als artiest, want voor je het weet "doe je het alleen voor het geld". Metallica achtervolgde het jaren, en om die campagne met dichtgeplakte monden tien jaar geleden hebben we ook alleen maar gelachen. Een platenmaatschappij moet al helemaal op zijn tellen passen, want dat zijn in de ogen van veel mensen sowieso geldwolven, overbodige prijsopdrijvers. Zo'n ludieke actie als die van TopNotch moet natuurlijk kunnen. Zeker ook omdat het label voorbeeldig zijn best doet om met zijn tijd mee te gaan. Alle releases van het label zijn beschikbaar in iTunes, in Spotify, alles mag bij 3VOOR12 op de Luisterpaal, en eens in de zoveel maanden verschijnt er een gratis Extravaganza mixtape met een bloemlezing uit de labelstal.

Ik kan me best voorstellen dat het frustrerend is voor artiesten en labels dat iedereen hun muziek gratis downloadt. Piraterij zorgt voor innovatie en stimuleert de creativiteit, zal Matt Mason vrijdag betogen op de Incubate Pirate Conference in Tilburg. Bovendien doorbreekt het monopolies die de consument in de weg zitten. Artiesten kunnen ook op andere manieren geld verdienen, zeggen voorstanders van piraterij. Ze kunnen hun album beschouwen als een promotiemiddel en hun inkomsten halen uit live spelen, T-shirts verkopen, sponsordeals sluiten. In een masteronderzoek dat gisteren ineens opdook wordt zelfs geconcludeerd dat artiesten in Noorwegen nu meer geld verdienen dan tien jaar geleden. Allemaal waar, en toch snap je het als een artiest op zijn minst een dubbel gevoel overhoudt aan de onvrijwillige vrije beschikbaarheid van zijn muziek.

Feit is - daar ben ik van overtuigd - dat piraterij niet meer weg gaat. De hardnekkige pogingen van bestrijders doen denken aan een spelletje van drie lange jongens die de bal van een klein jongetje overgooien. Waarom het niet meer weg gaat? Omdat er technisch zoveel mogelijk is dat het niet te stoppen is. Maar vooral: omdat het helemaal te gek is. Dat moeten de meeste artiesten/muziekprofessionals ook zien. Zij zijn toch ook muziekliefhebbers? DJ /rupture zag het. De dj uit New York is vrijdag ook te gast in het panel na afloop van Matt Mason's lezing. Rupture schreef in 2007 een ode aan Oink, een torrentcommunity die door politie en piraterijbestrijders uit de lucht gehaald werd. Defending The Pig, naar het schattige varkentje uit het logo.

Oink was inderdaad geweldig. Je kon er alles vinden wat je maar wilde, in gegarandeerd hoge kwaliteit. Die garantie ging zelfs zo ver dat het gratis te downloaden Radiohead-album In Rainbows, dat uit 160 kbps mp3's bestond, er vanaf gegooid werd wegens slecht geluid. Rupture zegt er dit over: "Oink had everything by certain artists. Literally, everything. I searched for ‘DJ Rupture’ and found every release I’d ever done, from an obscure 7″ on a Swedish label to 320kpbs rips of my first 12″, self-released back in 1999. It was shocking. And reassuring. The big labels want music to equal money, but as much as anything else, music is memory, as priceless and worthless as memory. About a week after I shipped out orders of the first live CD-r Andy Moor & I did, it appeared on Oink. Someone who had purchased it directly from me turned around and posted it online, for free. I wasn’t mad, I was just more stunned by the reach and usefulness of the site."

Ik ben een enorme fan van Spotify, maar zo compleet als OINK is het inderdaad tot op heden niet. Toch is die dienst niets anders dan een zo goed mogelijke kopie van die ultieme muziekbibliotheek. Precies, zal Matt Mason zeggen: de piraten moesten het voordoen. En daar heeft hij gelijk in. Piraterij: goed of slecht voor de muziek? Ik weet het nog steeds niet, en eigenlijk weet niemand het. Gaan muzikanten straks echt stoppen met het maken van muziek als ze minder albums verkopen? Ik kan het me niet voorstellen. Het downloaden van een album gelijkstellen aan het stelen ervan? Veel te kort-door-de-bocht. Maar is het onterecht dat muzikanten zich beklagen, al is het maar binnenskamers? Dat denk ik niet. Ik ben heel benieuwd hoe we over vijftig jaar op deze tijd terug kijken. Enfin, ik ga maar eens zo'n shirt kopen.

dinsdag, september 14, 2010

Nobelprijs voor de Vrede



Geachte heren van de jury,

Een prijs weiger je niet. Dat doe je niet. Alleen arrogante schrijvers doen dat. Een prijs is erkenning, een mooi gebaar. Barack Obama vond vorig jaar dat hij hem niet verdiende, de Nobelprijs. Wel, hij weigerde niet echt, maar hij haalde hem ook niet op. Ik zou dat wel doen. Ik mopperde ook niet toen Time Magazine You, en dus een beetje mij, uitriep tot Person Of The Year. Ik snap best waarom jullie mij willen kronen. We hoeven het woord Iran maar te noemen, of de ogen van de internet-utopisten beginnen te twinkelen. Op het internet mag alles en kan alles, het vrije woord is er echt vrij, zelfs in een schurkenstaat.

Toch begon ik vandaag ineens te twijfelen, toen ik media de prijs door het slijk zag halen. "Nobelprijswinnaar Obama sluit wapendeal van $39 miljoen met Saoedi-Arabië", kopten de kranten. Dat staat natuurlijk niet al te sterk, en Obama zag het al aankomen toen hij de onderscheiding kreeg. Ik dacht eens bij mezelf na, en schrok van de lijken die bij mij nog in de kast zitten. Ik snap het wel, jullie oude grijze heren laten je influisteren door de liberalen in het Europees Parlement. Maar misschien is het goed als ik het jullie zelf dan maar vertel, om ellende achteraf te voorkomen. Hou je vast: de meeste mensen gebruiken mij helemaal niet om de vrede te bevorderen.

Allerminst. Sommige mensen gebruiken me gewoon om Nespresso-cupjes te bestellen. Of om te lachen om mensen die hele domme dingen doen. Of om te leren hoe je met een rietje kikkers op kunt blazen. Of om te zien hoe piranha's een karpertje onthoofden. Om Hollywood-kaskrakers te downloaden. Om de blanke revolutie te prediken, of de onderbuikgevoelens in de samenleving te voeden.

Het is charmant dat jullie me mijn donkere kant willen vergeven. De intentie is goed, is de gedachte. Openheid is de eerste stap op weg naar wereldvrede. Maar eerlijk gezegd kan het me weinig schelen. Oorlog of vrede, goed of slecht, ik heb er geen mening over. En als ik er al een mening over zou hebben, weet ik niet of hij jullie zou bevallen. Ik ben als de middeleeuwse vrijstad, waar criminelen en wanbetalers onder het juk van de wet konden komen. Niet bandeloos, maar met eigen regels, die wat opportunistischer zijn. Zoveel vrede als ik breng, zoveel ondermijn ik ook. Maar ik speel zelf geen rol, ik ben slechts middel. Mij de Nobelprijs geven is als bij een wedstrijd voor bakkers de slagroom bekronen. Het is als een Apache helikopter prijzen voor zijn moed en tomeloze inzet in Afghanistan. Ik besta niet, ik ben er alleen.

Met eerbiedige groet,

Het internet

dinsdag, september 07, 2010

Mahmoud Ahmadinejad: Strijder voor democratie en godsdienstvrijheid


"De atoombom is het meest afschuwelijke wapen dat in de geschiedenis van de mensheid gemaakt is. Ten eerste zijn het afschuwelijke en dodelijke massavernietigingswapens, en ze voldoen aan geen enkel humanitair criterium. Ten tweede hebben de internationale betrekkingen geen bommen nodig. Geen enkel land heeft iets aan een atoombom."

Och, ik heb genoten van de Iraanse president Mahmoud Ahmadinejad gisteren in Nieuwsuur (mooie binnenkomer!). Hij was vriendelijk, charmant, nog net niet grappig. Daar zit hij dan, in zijn paleis, midden in een zaal, tegenover een Nederlandse journalist. Achter hem de Iraanse vlag, op de achtergrond een schaal met verse bloemen en iets wat lijkt op een trap.

Die trap moet leiden naar duizend kamers. Of nee, vertrekken is het woord. Vertrekken met gouden kranen en hemelbedden, en een binnenplaats met kamelen die vruchten dragen die wij nog nooit gezien hebben. En tafels, eindeloos lange dinertafels, met een troon in het midden, waar Ahmadinejad als gastheer het woord kan voeren. Te midden van die pracht en praal is de Nederlandse interviewer vast met alle egards ontvangen door een jonge assistent met een snedig baardje. Een stevige hand en een vriendelijk hoofdknikje.

De gulle lach van de president, vrouwen moeten er bij bosjes voor vallen. Dit is hem nou, de schurk, antisemiet, Grote Leider van de As van het Kwaad. Een slechter mens dan hij bestaat op dit moment niet, wordt ons verteld. Geen gevaarlijker mens ook, want hij wil een atoombom. En daarmee wil hij niet alleen Israel en de Verenigde Staten vernietigen, maar ook ons, als we niet uitkijken. Want wij hebben Geert Wilders, de kwajongen die zijn stok in het wespennest Islam heeft gestoken.

Maar Ahmadinejad is geen kwaaie. Wilders, daar kan hij niet boos op worden. "De kwesties die hij ter sprake brengt zijn niet belangrijk", zegt hij vergevingsgezind. "Want in de loop van de geschiedenis zijn er al veel mensen geweest die de goddelijke openbaringen wilden vernietigen. Maar die zijn allemaal weer verdwenen. Wij hebben niet de intentie ons te mengen in de zaken van andere landen. Wie door het volk gekozen is, moet gerespecteerd worden. Maar wij denken dat iedereen zich moet houden aan de vrijheid van godsdienst en meningsuiting. Wij hopen dat politieke partijen in Nederland begrijpen dat je met zulk gedrag geen mooie toekomst op kunt bouwen."

Er kwam nog net geen vaderlijke knipoog achteraan. Ahmadinejad, strijder voor de vrijheid van meningsuiting, beschermheer van de democratie. Geen vraag was verboden, vertelde interviewer Jan Eikelboom in de studio (of er een antwoord zou volgen was stap twee). Zelfs het omstreden atoomprogramma was geen taboe. Als er een stille tocht voor het vrije woord gehouden zou worden, zou hij voorop lopen. Maar die raketwerpers dan? En die opgewonden taal over de vernietiging van Israel? Allemaal onzin, weerlegt de president kalm. "Iran heeft nog nooit een ander land aangevallen. Europese landen hebben hun troepen naar Afghanistan gestuurd. Daar moeten wij ons zorgen over maken. Ziet u Iraanse troepen bij de grens van Duitsland en het Verenigd Koninkrijk?"

Ahmadinejad, aartsleugenaar? Meester in de retoriek van zijn vijand? Hij weet dat hij het kan maken. Die atoombom van Sadam Hoessein is immers nooit gevonden. Dat weet Ahmadinejad, en hij weet dat wij het ook weten.

maandag, september 06, 2010

Animal Collective: Attack Of The Man-Eating Marshmallows



Het begint met de spreekwoordelijke duim in de dijk, dan de hele hand, dan haar hele lichaam, maar de olie komt in dikke drab door de muur heen. Over haar blonde haar, over alles. Dat claustrofobische beeld is het begin van ODDSAC, de nieuwe film van Animal Collective. Vreemd inderdaad, en het wordt alleen nog maar vreemder. De Amerikaanse band maakte een album met beeld. Een film zonder plot, die niet zonder de muziek te begrijpen is.

ODDSAC is taai stukje Technicolor. Een psychedelische nachtmerrie, een caleidoscopische horrorfilm in slow motion. Het staat compleet haaks op Merriweather Post Pavilion, het succesvolle album dat anderhalf jaar geleden uitkwam. Het was een eigenzinnige maar warme plaat. Hoe anders en lastig te duiden ODDSAC ook is, er is een opvallende overeenkomst met Merriweather: de belangrijke rol voor familie en geborgenheid.

Zo'n beetje de helft van Merriweather Post Pavilion gaat over het familieleven en vriendschap. No More Running is een liedje over onthaasting, in Brother Sport steekt Panda Bear zijn broer een hart onder de riem, Bluish en My Girls zijn odes aan het gezinsleven. Uit het tintelend zoete Bluish: "I'm getting lost in your curls / I'm drawing pictures on your skin / So soft it twirls / I like your looks when you get mean."

Ook in ODDSAC treffen we een gezin - vader, moeder, zoon en dochter - bij een idyllisch familietafereel: marshmallows smelten boven een kampvuur. Het wrede einde wordt al aangekondigd door de onheilspellende muziek. In eerste instantie is het niet eens de vampier die ze aanvalt. Het gezin belandt in een soort Attack Of The Man-Eating Marshmallows, wat grappiger klinkt dan het is. De gloeiend hete suikerdraden vallen de ouders aan, alsof ze door een dodelijke bacterie van binnenuit opgegeten worden. Pas als vader en moeder eruit zien als hondsdolle gekken kan de vampier zijn slag slaan. Precies zo'n sinister spel wordt aan het eind van de film gespeeld met een gezellig vriendinnen-etentje, dat verstoord wordt door een demonische kok. Gordon Ramsay, maar dan nog duivelser, zei iemand op internet al.

Zelfde onderwerp, maar eerst werd het gekoesterd, nu aangevallen. Vreemd? Niet volgens regel 1 uit het horror handboek: verbeeld je grootste angst. In de jaren dertig was men bang voor negers, dus maakte Hollywood White Zombie. Zou nu natuurlijk volstrekt incorrect zijn, maar toen niet. In de jaren vijftig zat Amerika middenin de ruimtewedloop en heerste angst voor een atoomaanval. En dus zag je horrorfilms met aliens die de aarde wilden vernietigen met een nucleaire aanval.

Zombie meester George A. Romero verbeeldde in Night Of The Living Dead (1968) het wegvallen van de vaste waarde 'familie' door een groep mensen op te sluiten in een vervallen huis, belaagd door vleesetende doden. Onder de slachtoffers een broer en zus die net bij het graf van hun vader geweest zijn, en een gezinnetje met kinderen. De moeder van het gezin komt op een gruwelijke manier aan haar einde, als haar zombie dochter haar met een tuinschepje dood steekt.

Animal Collective - of in elk geval regisseur Danny Perez - kent zijn klassiekers. Ze moeten die film gezien hebben. Zeker geïnspireerd zijn ze door horror klassieker The Texas Chainsaw Massacre. Niet alleen qua beeld, maar ook de soundtrack, vertelden ze in een interview. En de sterfscène van de vampier bij de opkomende zon - met flink wat bussen latex en een rookmachine - zou in geen enkele goedkope slasherfilm misstaan. Zo kennen we Animal Collective weer. Wie dacht dat ze het succes vast zouden grijpen en op de ingeslagen weg verder zouden gaan, mist de kern van de band. Benieuwd naar de volgende stap.

ODDSAC wordt 18 en 19 september vertoond op het Incubate Festival in Tilburg.


zaterdag, september 04, 2010

Tv Lab: Alles is entertainment


Er zijn mensen die vinden dat de Publieke Omroep geen entertainment uit moet zenden. Quizjes en spelshows, dat moeten ze maar bij de commerciëlen doen, van het belastinggeld moeten we voor de inhoud gaan. Nou, daar denken de Hilversumse programmamakers zelf heel anders over, zo bleek uit een weekje TV Lab. Het zijn vreemde tijden op het Media Park. Maandag beginnen twee nieuwe omroepen, en op korte termijn zou het mes wel eens flink in de omroepen gezet kunnen worden. Dat TV Lab is dus een mooi moment om eens te kijken hoe Hilversum zelf de toekomst voor zich ziet.

Zoals gezegd: vrijwel alles is entertainment tijdens een week testprogramma's. Seks is entertainment, nieuws is entertainment, zelfs politiek is entertainment. We zagen een vermakelijke maar platte Spuiten En Slikken talkshow voor 40 plussers (Ze Is Van Mij, VPRO), een minisoap met jongeren die op hun webcam naar elkaar en naar hete chicks kijken (Oh My God, BNN), een heel programma vol met Man Bijt Hond Babbelbox (Out Of The Blue, AVRO). En we zien entertainmentshows die flirten met verantwoorde onderwerpen. In 10 Ways To Turn You On gaat BNN zogenaamd een wetenschappelijk experiment aan: jongens krijgen een zendertje aan hun piemel, waarna meisjes gaan proberen ze te verleiden. Een professor zegt er vervolgens verstandige dingen over. Paul de Leeuw stort zich op de actualiteit in een programma dat nog stuurlozer en chaotischer is dan zijn laatste programma (Madiwodovrijshow, VARA/BNN)

Echte inhoud scoort kennelijk niet genoeg, het moet verpakt worden in iets geks. Het TROS-programma Open En Bloot bijvoorbeeld snijdt een interessant fenomeen aan: privacy op internet. Kandidaten krijgen een lijstje geheimen van hun tegenstrevers en moeten met internet als startpunt zien te achterhalen welk geheim bij wie hoort. Interessant, maar in de uitvoering weer zo'n truttige spelshow met geile geheimen als 'wie zat een week in de bak' en 'wie heeft seks gehad op Ground Zero?'

Vooruit, tot daar aan toe, dat is gewoon niet mijn smaak. Dan kijk je er niet naar. Maar aan twee programma's heb ik me echt gestoord. Om te beginnen Ja Ik Wil… Rutte. BNN heeft zich de afgelopen jaren vaak gemanifesteerd als de omroep die de kloof tussen politiek en jongeren wilde verkleinen. Normaal gesproken moet je als politicus weten hoeveel werklozen er in Nederland zijn, bij BNN scoor je stemmen als je weet hoeveel een gram coke kost. In TV Lab gooit Sophie Hilbrand alle goede smaak over boord. Het is een clichématige datingshow met zeven vrouwen en een man die graag first lady willen worden. Alles om jongeren meer bij de politiek te betrekken.

Het idee is al schaamteloos, van de uitvoering word je ronduit verdrietig. Om te beginnen het uitgangspunt: een premier moet kennelijk een partner hebben. Waarom? Omdat hij dan 's avonds als hij thuis komt zijn verhaal kwijt kan, luidt het deskundige verhaal. De betutteling. Rutte zelf zit natuurlijk helemaal niet op zo'n plat programma te wachten. De kandidaten moeten laten zien hoe goed ze overhemden kunnen strijken en tafels kunnen dekken, hoe goed ze de roddelpers af kunnen poeieren, en tot slot een dansje doen voor de koninklijke familie. Het is allemaal van zo'n laag niveau, en zo op het beledigende af gebaseerd op archaische man-vrouw stereotiepen, dat je je ogen onmogelijk kunt geloven als de winnares aan het slot omringd wordt door haar dolenthousiaste familie. Wat denken die mensen? Dat hun dochter nu daadwerkelijk met Mark Rutte mag trouwen? Allemaal show, zeg je? Denkt BNN nou echt dat de kijker hier in gelooft? De Grote Donor Show was kunst, dit is wansmaak in de meest zuivere vorm.

Dan Guido Weijers, succesvol cabaretier, tv-personality, iemand die prima gedijt bij SBS6. Waarom wil de KRO hem zo graag hebben? Willen ze een rechts tegenwicht bieden aan overvloed aan linkse terreur van Freek de Jonge? Zou kunnen, lijkt me geen slechte zaak. Maar Guido Weijers vertolkt geen rechtse humor, hij is een eenvoudige moppentapper. Zijn grappen zijn lukraak, er zit geen lijn of visie in. Eigenlijk onderscheidt maar een ding hem van moppenkonijn Ab Normaal: in plaats van over seks, grapt hij over nieuws en politiek. In De Week Van Weijers spreekt hij een half uur de week door. Weijers doet zich maatschappelijk betrokken voor, maar in de eerste aflevering blijkt meteen dat hij er eigenlijk helemaal geen kaas van gegeten heeft.

Eerst moeten we al een spervuur van grappen over de mijnramp in Chili ("als je 'mijn' en 'Chili' googelt krijg je recepten") en de woningnood onder studenten (50 studenten in een kamertje gepropt) doorstaan, en dan waagt Weijers zich aan de formatie. Een paar sneren richting CDA en dan komt hij met deze kort-door-de-bocht stelling: "Na drie weken onderhandelen alsnog de stem van anderhalf miljoen PVV-stemmers uitsluiten is hypocriet en ronduit ondemocratisch".

Het ferme statement kan op een gul applaus rekenen in de studio, maar het slaat natuurlijk nergens op. Hoe bedoel je, ondemocratisch? Is het soms grondwettelijk vastgelegd dat partijen die meer dan 20 zetels hebben moeten regeren? Natuurlijk niet. En van wie is het dan hypocriet? Van het CDA? Dat maakt een afweging voor zijn eigen achterban, niet voor die van Wilders. Het is een vaker gehoorde misvatting. Een gevaarlijke misvatting, omdat het dit soort lege statements zijn die mensen de volgende dag aan elkaar navertellen.

Lekker stout, lekker ordinair, lekker prikkelend, ik ben er een beetje klaar mee. Nee, ik ben niet zuur, ik ben teleurgesteld. Ik had oprecht verwacht, gehoopt, iets moois, iets nieuws, maar vooral iets intelligents te zien. Als ik iets ordinairs wil zien, dan kijk ik wel naar Oh Oh Cherso.