maandag, februari 14, 2011

100 dagen: de Belgische revolutie



Honderd dagen al bivakkeert hij op de Grote Markt in Brussel. Honderd dagen alweer is het geleden dat een ironisch gejuich opsteeg in Vlaamse en Waalse huiskamers, toen België het wereldrecord formatie overnam van Irak, op 17 februari. Aan het begin van het jaar waren al eens 35.000 mensen op de been in de hoofdstad, maar toen ze de schurkenstaat passeerden was de maat vol. Het begon met een groepje van enkele honderden jongelingen, nog wat schuchter scanderend 'Wij willen ons belastinggeld terug', wapperend met bonnetjes. Al snel zwelde het aan tot een oorverdovend volksprotest.

Alles is sindsdien geprobeerd, zelfs het plan van senator Marleen Temmerman om de poort der lusten te sluiten voor de onderhandelaars. Haar oproep aan de sterke vrouwen achter de Belgische politieke kopstukken werd eerst met hoongelach ontvangen, maar drie maanden later van lieverlee toch maar in praktijk gebracht. "Nee, zo kan het niet verder. Dan maar de benen dicht." Het mocht niet baten, de Belgen bleken ongekend standvastig in hun besluiteloosheid.

De Grote Markt veranderde in een gemeenschap op zich. Van bovenaf oogde het als het Star Wars dorp waar Anakin Skywalker opgroeide. Met kleden, stukken plastic en gipsplaten zijn kleine huisjes gebouwd. Er zijn katten, honden, er is een frituur en precies in het midden huisde Stef de Saedeleer, de man die uitgroeide tot hét symbool van het Belgische protest.

Honderd dagen geleden had nog niemand van de 49-jarige De Saedeleer gehoord. Hij was nog slechts een eenvoudige café-uitbater in het Oost-Vlaamse dorp Baardegem. Een dorp dat jarenlang bekend stond om een van de mooiste tradities van Vlaanderen, de Ronde van Baardegem, waarbij de coureurs dwars door een café reden. Toen Vlaams nationalist Bart de Wever op de dag van het record via Twitter liet weten trots te zijn dat zijn partij vasthield aan zijn principes en dat de Franstaligen de oorzaak waren van het floppen van de onderhandelingen, was voor De Saedeleer de maat vol. Met een luide kreet kondigde hij aan niet meer te spreken en zich niet meer te scheren tot Vlaanderen en Wallonië elkaar de hand zouden rijken. Hij trok naar Brussel, het kruispunt van beide culturen, en plantte de Belgische driekleur midden op het plein. Voor zijn neus een bord: 'Ik ben beschaamd Belg te zijn'.

Zo zit hij daar al honderd dagen, met een woeste, grijze baard, zonder nog al te veel hoop hebben dat het ergens toe leidt. Twee weken na het begin van zijn actie deden ze een poging langs te komen, De Wever en zijn Waalse rivaal Di Rupio. Ze strandden bij de ingang van zijn tent, omdat ze het niet eens konden worden wie als eerste naar binnen mocht. "Hij is een Vlaming", zei De Wever. "Il est Belge", corrigeerde Di Rupo met een rood hoofd. "Hij is Vlaming én Belg", aldus De Wever stampvoetend. "Ik heb twee keer zoveel recht om als eerste naar binnen te gaan."

Drie weken keek de wereld toe. Ademloos. Op internet, op de mobiele telefoon, via social media. Maar toen de climax uitbleef haalden de mensen hun schouders op. De camera's verdwenen stilletjes van de daken, de mensen keerden huiswaarts, vrouwen en kinderen eerst. Zoals dat gaat, bij een revolutie die niet wil vlotten.

Geen opmerkingen: