donderdag, juli 21, 2011
Da Capo: voor altijd 1967
Ik kan me eerlijk gezegd weinig van het concert zelf herinneren, maar ik weet nog dat ik Michel en Michel er zag. En dat het de allereerste keer ooit was dat ik in mijn eentje naar een concert ging. Dat laatste is vermoedelijk de belangrijkste reden dat ik me weinig van de show herinner, want ik heb me die avond voornamelijk ongemakkelijk gevoeld en gezocht naar andere mensen die ook alleen waren, om te kijken welke houding zij aannamen. Al die andere mensen herinner ik me niet, maar wel de twee Michels van de platenzaak een steenworp verderop, aan de andere kant van de brug. Da Capo, vernoemd naar een plaat van de man op het podium, gevallen sixties icoon Arthur Lee.
Er hing een grote zweem van tragiek om die Arthur Lee. Zwarte muzikant uit Memphis Tennessee, die het met zijn band Love maakte in de voornamelijk blanke psychedelische rockwereld van eind jaren zestig. Al hadden zijn platen meer invloed dan succes. Da Capo, het titelloze debuut, en vooral het album Forever Changes gelden als klassiekers uit die tijd. Alleen al het openingsnummer van die plaat, Alone Again Or; in de basis eenvoudig en breekbaar, omrand door sierlijke strijkers en triomfantelijke blazers. Anno 2002 stond het leven van Arthur Lee er niet zo glorieus voor. Hij kwam straight out of jail, waar hij 1996 belandde na een akkefietje met een vuurwapen. De maat was vol na eerdere overtredingen met drugs. Terwijl Lee zijn straf uitzat overleden twee van zijn oude bandleden, wat een gedroomde Love-reünie voorgoed onmogelijk maakte. Vier jaar later overleed hij zelf.
De tragiek van Arthur Lee heb ik altijd gekoppeld aan Da Capo. Niet dat ik die twee verdacht van verboden wapenbezit, wel van handel in muziek met een verhaal. Ik kan niet zeggen dat ik persoonlijk gerouwd heb om het overlijden van Michel Terstegen, de eigenaar van die rare winkel. Ik kende hem niet, ik wist alleen wie hij was. Ik kwam er graag, het meest ongeveer tien jaar geleden, maar voelde een zekere afstand. Niet omdat ze onaardig deden - de beatkluizenaar met de gebogen rug en de goedlachse sixties verstekeling - maar omdat mijn eigen muzieksmaak en -kennis me inferieur leken aan de hoge standaard van de winkel.
Ik heb me altijd afgevraagd hoe die winkel kon bestaan. Ook in de tijd dat het nog goed ging met de platenzaken hield Da Capo zich bezig met onhippe muziek uit vervlogen tijden en op vervangen formats. De winkel stond vol vinyl, LP's maar vooral singeltjes, eindeloze bakken vol. Nieuwe platen hadden ze wel, maar het draaide om de oude garagehelden, om nederbiet compilaties. Vooral de kelder maakte indruk, met dat gammele trapje waar je even moest bukken. En beneden in die kelder zat dan meestal Michel Terstegen gebogen over een verse doos 7 inches, een schenking van weet ik veel welke weduwe.
Ik ben er vanmiddag even langs gereden. In de etalage wordt melding gemaakt van een nieuwe lading Beatles- en Stones-singles, een mededeling die op ieder moment in het 25-jarig bestaan op zijn plek geweest was. Tussen het raam en het metalen hek erachter ligt een dode vlieg, en achter het glas hangt het overlijdensbericht van Terstegen, met een songtekst van The Who: "I like every minute of the day." Binnen is het alsof er niets veranderd is. Er hangt een geur van oud papier en vinyl. Een prachtige Mariska Veres in de bloei van haar leven lonkt naar je op een uitklapposter van de Popfoto. In de bakken op de grond rommelt een man op leeftijd met een fraaie snor tussen het afgeprijsde spul. Aan de muur hoezen van de Stones en the amazing 17 year old Lesley Gore. Boven de keldertrap portretten van Ginsberg, Burroughs en Kerouac.
Alsof er niets veranderd is, zo was het altijd al. Ik heb eerlijk gezegd niet gevraagd of al meer bekend is over de toekomst van de winkel. Dat hij nu vermoedelijk gaat verdwijnen is alleen al reden om verdrietig te worden. Zelf ben ik absoluut geen vinyl nostalgicus. Mijn speler is niet eens meer aangesloten. Het een voor een verdwijnen van al die platenzaken in ons land beschouw ik als een gegeven. Jammer maar helaas, we moeten door, de nieuwe tijd heeft zoveel moois te bieden. Maar een winkel als Da Capo stond op de een of andere manier voor mijn gevoel buiten die ontwikkeling, immuun voor de tijdsgeest. Zoals ze er ook geen pinautomaat hadden. Op een dag zou Da Capo als laatste overblijven, dat kon niet anders. Het is op de een of andere manier wel mooi dat Michel Terstegen nooit de piraten de schuld heeft hoeven geven. Al is het wel een bijzonder wrang soort mooi.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Mooie woorden Atze. Wil toch nog zeggen: ondanks de duidelijke voorkeur en smaak van Michel stond de winkel vol met rock in de allerbreedste zin van het woord. En overwegend van onder het oppervlak. Dat kon blijkbaar nog uit ook. Knap werk!
Privé was Michel wellicht '67, beroepsmatig niet. Het label KELT getuigt daar van. (Vrienden van Birdskin brachten er een 7" uit. Die hebben helemaal niets met de sixties.)
Een reactie posten